Updates

Interview directeur GlazenHuis, Jeroen Maes

Interview in de Gazet Van Antwerpen

Jeroen Maes, directeur van GlazenHuis, verscheen begin februari 2025 in een artikel in de Gazet van Antwerpen. Daarin werd het volgende besproken (samenvatting):

Jeroen Maes is een gepassioneerde glaskunstenaar die zijn unieke talent en liefde voor glasblazen tentoonstelt vanuit zijn persoonlijk atelier, Tideline, in Antwerpen. Op jonge leeftijd raakte hij gefascineerd door de magie van het glasblazen tijdens een bezoek aan een glasblazerij op het eiland Murano in Venetië. Deze fascinatie leidde hem naar opleidingen aan de Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen, waar hij de kunst van restauratie en conservatie van glaskunst leerde, en aan het Instituut voor Kunst en Ambacht in Mechelen, waar hij uiteindelijk glasblazen onder de knie kreeg.

Maes beschouwt glas als een charismatisch materiaal en heeft als missie om mensen weer bewust te maken van de schoonheid en het ambacht van glasblazen, dat in ons land met uitsterven is bedreigd.

In zijn atelier ontwerpt Maes niet alleen lampen, maar ook kunstobjecten en installaties met glas. Het proces van het maken van zijn creaties omvat het zorgvuldig assembleren van verschillende componenten en het toepassen van diverse afwerkingstechnieken. Maes organiseert open atelierdagen voor het publiek, waarbij hij de ervaring en liefde voor glasblazen deelt, en creëert unieke stukken in beperkte oplages, waarmee hij een nieuwe generatie van glasliefhebbers hoopt te inspireren.

Meer informatie vind je op www.tideline.be

 

Het volledige artikel

Op een boogscheut van het Rivierenhof in Antwerpen bouwde glaskunstenaar Jeroen Maes (47) een oud magazijn om tot een lichtrijk atelier met toonzaal. Het is hier dat hij als een van de laatste professionele glasblazers van ons land de buitenwereld kennis laat maken met zijn unieke metier. “Wanneer ze uit een glas drinken, beseffen mensen niet meer dat het object gemaakt is van zand. Glas is een wonderlijke materie.”

Oranje, paarse, roze of turquoise lampen met speels gekrulde snoeren steken fel af tegen de strakke, witgeschilderde muren en heldere, witte verlichting aan het plafond van Tideline. Zo heet het atelier van glaskunstenaar Jeroen Maes. De naam verwijst naar “Samen met mijn vrouw maak ik kleine, bolvormige aquariums waarin zij dan een biotoop samenstelt met kleine garnaaltjes, vissen en planten die zichzelf in stand houden” Jeroen Maes Glaskunstenaar de vloedlijn en naar de nieuwe compositie van schelpen en afval die het zeewater altijd weer achterlaat wanneer het zich terugtrekt. “Hetzelfde doe ik met glas”, zegt Maes. “Met dezelfde materie en vormen creëer ik telkens nieuwe constellaties. Van gebruiksvoorwerpen tot kunstinstallaties.”

Dat Maes zich ging verdiepen in de glasblaaskunst, daarvoor werd de kiem vier decennia geleden gelegd, op zo’n 1.200 kilometer hiervandaan. “Ik was een jaar of 7 en met mijn ouders en broer op vakantie in Venetië. We bezochten ook het eiland Murano, dat bekendstaat om zijn typisch, verfijnd glaswerk. Zoals veel toeristen brachten we ook een bezoek aan een glasblazerij”, vertelt Maes. “De donkere ruimtes, de hete gloed, het glas dat oplicht en tijdens het blaasproces in enkele seconden tijd een heel nieuwe vorm aanneemt: voor mij was dat pure magie.” De diepe indruk die het bezoek aan de glasblazerij naliet, bleef jarenlang ergens in hem sluimeren. Dat moet wel. Want op zijn 18de liet hij zijn ouders verstaan dat hij wilde gaanglasblazen. “Ik voelde dat dit de richting was die ik uit wilde.”

Waardevoller dan goud

Alleen is het ambacht van glasblazen in ons land met uitsterven bedreigd en zijn er amper nog plaatsen waar de kunst ervan wordt aangeleerd. Daarom kwam hij in eerste instantie terecht bij de Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen. “Die plek fascineerde me mateloos en ik ontdekte dat ze er de opleiding restauratie en conservatie van glaskunst aanboden.” Hij leerde er de historische context van glas kennen en behaalde er zijn master in. “Mijn opleiding combineerde ik met de avondopleiding vrije glaskunst aan het Instituut voor Kunst en Ambacht in Mechelen.” Het was daar dat hij eindelijk leerde glasblazen. We schrijven 1998. “Glas werd mijn passie. Mijn leven. Voor mij is dit het meest charismatische materiaal dat er bestaat.”

Toch delen er maar weinigen die passie met hem. “Binnen mijn opleiding was ik de enige die van glasblazen zijn beroep maakte. Hoewel glas vandaag overal aanwezig is, is het materiaal zelf onzichtbaar geworden”, zegt Maes. “Vroeger, pakweg 3.500 jaar geleden, bij de oude Egyptenaren, was glas waardevoller dan goud. Nu beseffen we niet meer hoe bijzonder het is dat transparante objecten van glas vervaardigd zijn uit los zand.”

“Ik wilde weerspelen.”

Het werd de missie van Maes om mensen weer warm te maken voor de glasblaaskunst en het beroep van glasblazer. “In 2006 werd ik gevraagd

Om in Lommel mee te werken aan de opening van een nieuw glasmuseum: GlazenHuis. Lommel is verbonden met de grondstof glas: hoogwaardig kwartszand. Vroeger had je er veel industriële glasfabrieken, onder meer voor het vervaardigen van gloeilampen. Die industrie is weer bezig aan een opmars. Niet meer voor het maken van gloeilampen, wel voor bijvoorbeeld zonnepanelen en verpakkingsglas.

Tot op vandaag is Maes artistiek directeur van het glasmuseum, een functie die vrijwel meteen al zijn aandacht opslorpte. “Al snel had ik geen tijd meer voor een eigen atelier. Dat begon een paar jaar geleden toch te knagen. Ik miste de rust die ik ervaar wanneer ik alleen bezig kan zijn met mijn glas. Ik wilde weer spelen, weer experimenteren met kleuren en vormen en weer dingen maken waar mensen gelukkig van worden. Maar dat was al zo lang geleden, dat ik opnieuw op zoek moest naar mijn eigen creatieve identiteit.”

Dat hij uiteindelijk koos om onder meer lampen te maken, heeft te maken met het feit dat hij deze objecten in beperkte oplagen kan maken. “Voor elk exemplaar apart speel ik ook nog eens met verschillende kleurencombinaties. Zo heeft de koper telkens een uniek stuk.”

Tsjechische meester-glasblazers

Samen met zijn echtgenote, de kunstenares Ryoko Sato, tikte Maes in 2020 een oud magazijn in Deurne op de kop. Na een reeks zware verbouwingen heeft het duo er vandaag zijn atelier en toonzaal in ondergebracht. “Het blazen zelf doe ik meestal in het atelier van GlazenHuis”, legt hij uit. “Want daarvoor heb je veel specifieke infrastructuur nodig, waaronder een oven die dag en nacht verwarmd is op 1.300 graden. Dat kun je alleen niet bekostigen.”

Maar ook de huur van het atelier kost een flinke duit. “Duizend euro per dag. En dus laat ik op de dagen waarop ik wil glasblazen een team van drie Tsjechische meester-glasblazers overkomen. Want naast Venetië staat ook Tsjechië bekend om zijn glaskunst. Dit Boheemse glas is robuuster en ligt meer binnen mijn stijl.”

In de oven van het museum bevindt zich een permanente voorraad vloeibaar glas op hoge temperatuur. “Dat mengen we tijdens het blaasproces met gekleurd glas. Met een blaaspijp leggen we verschillende glaslagen over elkaar en vervolgens blazen we het geheel in houten mallen uit tot de vorm die we uiteindelijk willen verkrijgen.”

Scheikundelokaal

Aan het ontwerpen van zijn lampen gaat een heel proces vooraf. “Hoe assembleer ik de verschillende onderdelen, hoe bevestig ik het snoer, welk type lamp en schakelaar gebruik ik? En hoe ziet de afwerking eruit? Want je kunt glas bijvoorbeeld ook spiegelen of flokken. In dat laatste geval leg je een soort vezel over het glas heen waardoor het aanvoelt als een zachte stof. Voor het spiegelen gebruik ik dan weer een eeuwenoude methode met opgelost zilver. Ik voel me soms net in het scheikundelokaal wanneer ik hiermee experimenteer”, lacht hij.

Naast lampen creëert Maes ook kunstobjecten en installaties. “Zo heb ik een pillenreeks die bestaat uit ronde en langwerpige glazen pillen. Het idee hiervoor ontstond nadat een apothekeres me had gevraagd om iets origineels te ontwerpen voor in haar zaak.”

Voor het sterrenrestaurant Cuchara in Lommel maakte Maes dan weer een 7 meter lange, glazen boomsculptuur waarvoor hij een echte stam als mal gebruikte. “En samen met mijn vrouw maak ik ook kleine, bolvormige aquariums waarin zij dan een biotoop samenstelt met kleine garnaaltjes, vissen en planten die zichzelf in stand houden.”

In zijn atelier verzorgt hij de afwerking van zijn glaswerk. “Hoe ik werk, kunnen mensen hier komen ontdekken. Sinds kort organiseer ik open atelierdagen. In de showroom zorg ik voor een levendige, wisselende collectie, in samenwerking met andere kunstenaars. Het heeft lang geduurd vooraleer alles op punt stond, maar nu ben ik helemaal klaar om de deuren open te gooien.”

Bron: GVA – Binnenkijken in het atelier van glaskunstenaar Jeroen Maes: “Zand blazen tot glas, dat is pure magie” (Antwerpen) | Gazet van Antwerpen